Maatwerk

Module

Leerdoel(en)

• Welke transformatie heeft de zorg doorgemaakt.

• Welke verschillende financieringsvormen zijn er binnen het zorglandschap.
• Door wie wordt de zorgaanbieder onder welke financieringsvorm betaald
• Wat houden deze financieringsvormen in en welke eisen zijn hieraan gekoppeld.

• Welke verwijzers zijn er in de zorg.
• Welke maatregelen zijn er in de zorg.
• Hoe verloopt het proces dat een cliënt door een verwijzer wordt doorwezen naar een zorgaanbieder.

• Hoe bepaal je het woonplaatsbeginsel en hoe pas je de regels toe.

• Welke productcodes, zorgprofielen en leveringsvormen kennen we.
• Welke volumes, eenheden en frequenties zijn er.

• Welke landelijke systemen er worden gebruikt voor de berichtvoering van het berichtenverkeer.
• Wat de eigen bijdrage in de zorg is.
• Welke berichten voor het in- door- en uitstroomproces gevoerd worden met het berichtenverkeer.
• Met welke uitzonderingen je rekening moet houden in het berichtenverkeer.
• Welke afkeurredenen er zijn en hoe deze opgelost moeten worden.

• Waarom je zorg inkoopt.
• Waarom het belangrijk is om goed in te kopen.
• Met wie je inkoopt.
• Welke verschillende financieringen er zijn.
• Wat een interne vertaaltabel is.
• Waarom je een interne vertaaltabel hebt.
• Hoe je een interne vertaaltabel gebruikt.
• Hoe je wijzigingen in wet- en regelgevingen bij kunt houden.

• Wat een hoofdaannemer/onderaannemer en maatwerkafspraak is.
• Welke verplichtingen en verantwoordelijkheden hoofdaannemers, onderaannemers en maatwerkafnemers hebben.
• Welke documenten allemaal nodig zijn voor het uitvoeren van een hoofdaannemerschap, onderaannemerschap en maatwerkovereenkomst.
• Welke administratieve handelingen er verricht moeten worden in hoofdaannemerschappen, onderaannemerschappen en maatwerkafspraken.
• Wie de eindverantwoording doet in de productieverantwoording en/of nacalculatie wanneer het een hoofdaannemerschap, onderaannemerschap of maatwerkafspraak betreft.

• Hoe voorkom je niet gefinancierde zorg en uitval in declaratie.
• Waarom je controles uitvoert.
• Welke controles je uitvoert en welke lijsten je hiervoor gebruikt bij het:

– Instroomproces;
– Doorstroomproces;
– Uitstroomproces.

• Welke planning je maak voor het uitvoeren van controles.
• welk hoofddoel welke controlelijst heeft.

• Hoe los je onrechtmatige omzet op.
• Wat is onrechtmatige omzet of niet gefinancierde zorg.
• Welke vormen van niet gefinancierde zorg zijn er.
• Hoe los je onrechtmatige omzet uit een vorig boekjaar op.

• Wat is een productieverantwoording of een nacalculatie.
• Waarom doe je een productieverantwoording of een nacalculatie.
• Wanneer doe je een productieverantwoording of een nacalculatie.
• Hoe maak je een productieverantwoording of een nacalculatie gericht op het doen van de steekproef.

• Waarom moet je inkopen.
• Waarom is inkopen belangrijk.
• Met wie kan je als zorgaanbieder inkopen.
• Welke vormen van inkoop zijn er.
• Welke afdelingen komen in aanraking met de inkoop.
• Welke zorginkoopdocumenten/administratieprotocollen/voorschriften zorgtoewijzingen er zijn.
• Wat is een vertaaltabel en hoe maak je deze.
• Welke interne processen afgestemd moeten worden op de gedane inkoop.
• Waar je wijzigingen in wet- en regelgeving vindt en hoe je dit borgt.

• Waarom is het inrichten van de afdeling en een elektronisch cliëntdossier (ECD) belangrijk.
• Hoe richt je een instroomproces in.
• Hoe richt je een doorstroomproces in.
• Hoe richt je een uitstroomproces in.
• Hoe richt je een declaratieproces in.
• Hoe maak je een productenboom in je ECD.
• Hoe creëer je een zorgaanbod in je ECD.
• Op welke wijze is de afstemming van de inkoop belangrijk voor de inrichting van je ECD.

• Wat is een productieverantwoording/nacalculatie.
• Welke stappen horen er allemaal bij het doen van een verantwoording.
• Hoe maak je een juiste planning voor het verantwoorden van de zorg.
• Hoe maak je een juiste populatie van cliënten voor de verantwoording.
• Hoe lever je te verantwoorden gegevens en bestanden op de juiste manier aan, aan de accountant en financiers.
• Hoe maak je een concept en definitieve verantwoording.
• Wat is een controleverklaring en/of bestuurdersverklaring.

• Wat is coaching.
• Wat is het verschil tussen begeleiden en coachen.
• Welke vaardigheden heb je nodig als coach.
• Hoe coach je op de juiste manier.
• Wat levert coaching aan de medewerkers op.
• Hoe pas je coaching toe met het GROW model.
• Hoe motiveer en enthousiasmeer je medewerkers en hoe houd je ze aangehaakt.
• Hoe pas je motiverende gespreksvoering toe.